De rekeneenheid van
zeildoek de stofdichtheid is in het metrische systeem, wat verwijst naar het aantal ketting- en inslaggarens gerangschikt binnen 10 cm. De grootte van de dichtheid heeft rechtstreeks invloed op de fysieke en mechanische indicatoren zoals het uiterlijk, het gevoel, de dikte, sterkte, vouwweerstand, luchtdoorlatendheid, slijtvastheid en thermische isolatieprestaties van de stof, en het is ook gerelateerd aan de kosten van het product en de grootte van de productie-efficiëntie.
(1) Indirecte testmethode van dekzeildichtheid:
Deze methode is geschikt voor normaal geweven stoffen met een hoge dichtheid en kleine gareneigenschappen. Eerst, na analyse van de weefselstructuur en het aantal cirkelvormige kettinggarens
(Inslagaantal weeflussen), vermenigvuldig dan met het aantal weeflussen in 10 cm, en het verkregen product is de ketting (inslag) garendichtheid.
(2) Directe meetmethode van zeildoekdichtheid:
De directe meetmethode wordt voltooid door middel van een doekspiegel of een stofdichtheidsanalysespiegel. De lengte van de schaal van de stofdichtheidsanalysespiegel is 5 cm. Onder de analyselens is een lang stuk glas gegraveerd met een rode lijn. Beweeg bij het analyseren van de stofdichtheid de lens en lijn tegelijkertijd de rode lijn op het stuk glas en de rode lijn op de schaal uit. Neem dit tussen de draden als uitgangspunt, en tel de draden terwijl u de lens beweegt tot de schaallijn van 5 cm dit is. Het aantal outputgarens wordt vermenigvuldigd met 2, wat de dichtheidswaarde is van 10 cm stof.
Bij het tellen van het aantal garens moet het midden tussen de twee garens als uitgangspunt worden genomen. Als de telling het einde bereikt, overschrijdt deze 0,5, en als deze minder is dan één, moet deze worden geteld als 0,75.
Als het minder dan 0,5 is, wordt het geteld als 0,25. Over het algemeen moeten 3-4 gegevens worden gemeten voor de stofdichtheid en vervolgens moet het rekenkundig gemiddelde worden genomen als meetresultaat.3